Één van de drie groepen van vererving bij de zebravink is de autosomaal dominante vererving. Zebravinken mutaties die in deze groep vallen vererven dus dominant, je hebt er maar één nodig om direct meer van deze mutatie te kunnen kweken. Wanneer je een dominante mutatie paart aan een wildkleur of willekeurige andere mutatie, zal 50% van de jongen deze dominante mutatie meekrijgen. De mutatie is dus bij 50% van de jongen direct zichtbaar (dominant) aanwezig. De overige 50% van de jongen zal deze mutatie niet hebben én ook niet kunnen vererven. Een vogel kan dus niet split voor een autosomaal dominante mutatie zijn.
Mutaties die Autosomaal Dominant Vererven:
Lethaalfactor bij Autosomaal Dominante vererving
Er is alleen wel een nadeel aan de dominante vererving bij de zebravink, de lethaalfactor. De lethaalfactor treed op wanneer je twee vogels met dezelfde dominante mutatie aan elkaar koppelt. Een dubbelfactorige dominante mutatie bij zebravinken is namelijk niet levensvatbaar. Je kan dus alleen maar enkelfactorige dominante mutaties kweken. Uiteraard kan je wel twee verschillende dominante mutaties aan elkaar koppelen, dat is geen probleem. Wanneer je twee dezelfde dominante mutaties aan elkaar koppelt, zal 25% van de jongen afsterven in het ei, of in enkele gevallen vlak na het uitkomen.
De overige 75% is als volgt verdeelt, 50% zal de dominante mutatie bezitten en 25% zal de mutatie niet bezitten. Uiteindelijk kweek je dus niet meer jongen met de betreffende mutatie, dit blijft nog steeds 50%. Je zult in totaliteit wel minder jongen kweken, nog maar 25% normale jongen, want de andere 25% zal dood gaan.
Andere bijkomstige afwijkingen bij Dominant x Dominant
Naast het feit dat de lethaalfactor op treed, is er bij de 50% van de jongen die wel de dominante mutatie meegekregen heeft, mogelijk een ander probleem ontstaan. De kans is namelijk een stuk groter op afwijkingen bij deze jongen. Dit kunnen kleine probleempjes zijn, of grote, maar zeer zeker niet gewenst. Bijvoorbeeld bij de blackface mutatie is de kans op vergroeiingen van de vleugels erg groot. De vleugelpennen gaan omhoog staan waardoor vliegen lastiger wordt. Tevens ziet de vogel er niet gezond uit met vleugelpennen die omhoog staan in ruststand. Bij de wang mutatie kan het probleem nog groter zijn, namelijk oogproblemen. Het oog kan vervormen en zien door het oog wordt lastig of onmogelijk. Het is dus zeer zeker niet aan te raden twee dezelfde dominante mutaties aan elkaar te koppelen.